
Wat zegt dierenregistratie over georganiseerde criminaliteit?
Meer dan je denkt.
In Nederland is elk bedrijf of particulier die bedrijfsmatig dieren houdt, verplicht een Uniek Bedrijfsnummer (UBN) aan te vragen. Dit is het officiële identificatienummer van een fysieke locatie waar landbouwhuisdieren worden gehouden, ooit ontworpen om dierziekten snel op te sporen. Het geldt voor uiteenlopende diersoorten: runderen, varkens, schapen, geiten, paarden, pluimvee, bijen, hommels, hert- of kameelachtigen. Het UBN is wettelijk verankerd in de Regeling identificatie en registratie van dieren en vormt de administratieve basis voor toezicht, subsidieaanvragen en milieuregelgeving, waaronder de Meststoffenwet. Op UBN-niveau worden onder andere de hoeveelheid geproduceerde mest, de mestverwerkingsplicht en de gebruiksnormen vastgesteld. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de identificatie- en registratieregels.
Klinkt waterdicht, zou je denken. Toch blijkt dat dit registratieproces kwetsbaarheden kent. En juist die zwakke plekken maken het interessant voor mensen met minder goede bedoelingen.
UBN en witwassen op het platteland
In het huidige systeem kunnen eigenaren dieren administratief registreren zonder dat deze fysiek aanwezig zijn. Zo voldoen zij bijvoorbeeld aan regelgeving of kunnen zij fiscale voordelen behalen. Ter illustratie: een veehouder heeft geen dieren, wel een UBN-nummer en is gekwalificeerd als een agrarisch bedrijf. Het vastgoed is geen bedrijfswoning, maar een privéwoonhuis. Een privéwoning wordt belast in box 1 als eigen woning. De afschrijving op een bedrijfswoning is interessanter en bepaalde kosten zijn aftrekbaar als zakelijke kosten.
Waarom is dit interessant? In de praktijk is een veebedrijf risicovoller dan bijvoorbeeld een boer met akkerbouw. Bij een veebedrijf zit het kapitaal in installaties en gebouwen, waarbij de waarde sneller daalt dan een akkerbouwbedrijf. De akkers zijn namelijk een stabieler en waardevaster onderpand voor de banken. Daarnaast blijkt uit onderzoek van de Rabobank in 2023 dat de loan-to-value (LTV) bij akkerbouwbedrijven vaak onder de 60% ligt. Bij veebedrijven kan de LTV oplopen tot 70–80%, mede door investeringen in dierenverblijven, melksystemen en minder verhandelbare activa. Banken houden meer reserve aan bij veebedrijven vanwege veranderend overheidsbeleid.
Veebedrijven lopen meer risico door financiering van bijvoorbeeld criminele investeringspartijen. Criminele investeerders hebben fiscaal belang dat de woning wordt aangemerkt als bedrijfswoning. Voor de crimineel zit hier het meeste fiscale voordeel. Zonder criminele investeerders is het voor een veebedrijf juist voordeliger dat de woning als privéwoning wordt bestempeld i.p.v. bedrijfsvastgoed. In de praktijk kan het dus een red flag zijn als een bedrijf extern is gefinancierd, de UBN-registratie niet klopt en de woning fiscaal is opgevoerd als bedrijfswoning. Bij een controle of keukentafelgesprek zijn deze signalen op te halen en concreet te maken. Uiteindelijk moet een fiscaal onderzoek in combinatie met de constateringen van toezichthouders georganiseerde ondermijnende criminaliteit vaststellen of uitsluiten.
Fraude met UBN in de hondenhandel
Sinds 1 november 2021 moeten dierenartsen het hondenpaspoort registreren op het UBN van de fokker of handelaar, gekoppeld aan het chipnummer van de hond. Dit systeem is opgezet om de herkomst van honden transparant te maken en malafide handelaren op te sporen. Een veelvoorkomende fraudepraktijk is dat verkopers op platforms, zoals Marktplaats, kopers adviseren om zelf een UBN aan te vragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Aangezien het aanvragen van een UBN eenvoudig is en er geen specifieke controles plaatsvinden, kunnen malafide handelaren op deze manier buiten beeld blijven. De chip en het paspoort van de hond worden dan gekoppeld aan het UBN van de nieuwe eigenaar, waardoor de daadwerkelijke herkomst van de hond verborgen blijft. Hierdoor verdwijnen malafide fokkers en handelaren administratief van de radar en wordt het lastiger om dierenleed en fraude aan te pakken. Wat kun je doen? Koop nooit een hond als de verkoper de verplichte UBN niet heeft geregistreerd. De registratie kun je altijd controleren via de RVO. Toch kan het voorkomen dat de verkoper een katvanger is en als bonafide geregistreerd staat, omdat hij niet de eigenlijke fokker is. Misstanden kun je melden bij de NVWA.
Uniek stalnummer en milieucriminaliteit
Een subregistratie binnen een UBN is het Uniek Stalnummer (USN), dat met name binnen de rundveesector wordt toegepast. Waar het UBN de gehele bedrijfslocatie vertegenwoordigt, is het USN bedoeld om binnen dat bedrijf onderscheid te maken tussen verschillende dierverblijven of diergroepen, zoals melkvee, jongvee of vleesvee. Het USN heeft geen zelfstandige juridische status in de Meststoffenwet of Wet dieren, maar speelt wel een belangrijke administratieve rol in het systeem voor identificatie en registratie van runderen. Het is daarmee de ruggengraat van het toezicht op milieuregelgeving.
Elke veehouder dient jaarlijks de mestproductie en afzet te verantwoorden. De USN-registratie maakt het mogelijk om mestproductie nauwkeuriger toe te rekenen aan specifieke diergroepen en stallen. Elk rund wordt geregistreerd met een levensnummer én een locatie (UBN) en eventueel een USN. De mestproductie wordt berekend aan de hand van het aantal dieren dat op een locatie aanwezig is geweest binnen een jaar. Deze gegevens worden gebruikt voor de controle op gebruiksnormen (hoeveel mest mag op eigen grond worden gebruikt) en verwerkingsverplichtingen (hoeveel mest moet worden afgevoerd of verwerkt). Manipulatie van USN-gegevens, zoals het verplaatsen van dieren tussen USN’s zonder fysieke verplaatsing, leidt tot valsheid in geschrift of onjuiste opgaven binnen de mestadministratie.
Het onderscheid tussen UBN en USN is essentieel voor een juridisch correcte beoordeling van naleving en fraude binnen de landbouwsector. Waar het UBN de juridische eenheid van toezicht vormt, is het USN een administratief hulpmiddel dat nauwkeurige en transparante registratie op sublocatieniveau mogelijk maakt.
Enkele misbruikvoorbeelden in de praktijk
- Een melkveehouder overschreed zijn fosfaatrechten door meer melkvee te houden dan toegestaan, wat resulteerde in een hogere mestproductie dan wettelijk toegestaan. De veehouder registreerde een lager aantal dieren dan daadwerkelijk aanwezig was, waardoor de mestproductie op papier binnen de normen bleef. In deze casus is er sprake van overtreding van de Meststoffenwet en valsheid in geschrift.
- Een veehouder werd veroordeeld voor het onjuist registreren van mesttransporten en het overschrijden van mestnormen. De veehouder gaf valse informatie door over mestafvoer en gebruikte niet-bestaande percelen om mestoverschotten te verantwoorden.
- Een mestintermediair en zijn medewerkers faciliteerden tientallen boeren bij mestfraude. Manipulatie van mestmonsters, uitschakelen van volgsystemen en gebruik van katvangers om illegale meststromen te verbergen. Dit gaat over grenzen heen. Door gebruik te maken van de andere wetgeving in bijvoorbeeld België kan mest ´verdwijnen´ en als kunstmest, wat wel uitgereden mag worden, weer teruggekocht worden. De mest zelf verplaatst niet, het gaat allemaal op papier.
Slim samenwerken
Het digitale karakter van UBN- en mestregistratie maakt het mogelijk om gegevens te manipuleren zonder fysieke sporen achter te laten. In de praktijk kampen toezichthoudende instanties, zoals de NVWA, met capaciteitsproblemen. Het toezicht is grotendeels risico gestuurd, waardoor structurele fraude soms jarenlang onopgemerkt blijft. Daarnaast is mestwetgeving complex en wijzigt deze regelmatig. Deze kansen blijven bij criminelen niet onopgemerkt. Door gebrek aan toezicht en inspecties, een kleine pakkans, verjaring, complexe wetgeving en complexe bewijslast, geen koppeling tussen systeemkennis en locatiekennis en de internationale component hebben criminelen en fraudeurs op het platteland vrij spel.
Systeemkennis is er voldoende bij de overheid, het ontbreekt nog aan regie op locatiekennis. Als je deze twee databronnen combineert, zorgt het ervoor dat systeemdata wordt geduid. Wordt het niet tijd voor slim samenwerken met alle toezichthouders in het buitengebied in een informatiesamenwerkingsverband? Hierbij worden systeem- en locatiekennis in een systeem gezet waar de toezichthouders toegang tot hebben.
Zal dit een boost geven in de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit op het platteland?
Meer weten over georganiseerde ondermijnende criminaliteit?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang inhoudelijke kennisberichten over ondermijning. Of bestel het Basisboek Ondermijning.
De inhoud van dit kennisartikel, evenals eventuele bijbehorende uitingen, zijn auteursrechtelijk beschermd op grond van de Auteurswet. Het auteursrecht berust bij de auteur. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is het niet toegestaan dit werk, geheel of gedeeltelijk, te verveelvoudigen of openbaar te maken, in welke vorm dan ook. Bewijs van eerste vastlegging is gedeponeerd via de Merkplaats te Amsterdam. Voor gebruiksverzoeken kun je contact opnemen via jeroen@goudtrainingen.nl.