In de strijd tegen synthetische drugs richten politie en toezichthouders zich niet alleen op het opsporen van drugslabs en dealers, maar ook op de grondstoffen, de zogeheten drugsprecursoren. Drugsprecursoren zijn de chemische basisstoffen voor drugs, die in een chemische reactie in de drug worden omgezet. Het gaat vaak om stoffen die legaal worden geproduceerd en verhandeld voor industriële toepassingen, maar misbruikt kunnen worden voor illegale drugsproductie. Denk aan essentiële chemicaliën zoals BMK en PMK (belangrijke grondstoffen voor amfetamine en MDMA), maar ook industriële solventen, zuren of laboratoriumreagentia die onmisbaar zijn bij de synthese. Strenge controle op deze stoffen maakt het moeilijker voor criminele organisaties om aan hun grondstoffen te komen en vergemakkelijkt vroege interventie, nog voordat een drugslaboratorium operationeel is. Bovendien kan onder bepaalde omstandigheden het handelen in of bezitten van precursoren met het oog op drugfabricage strafbaar zijn onder de Opiumwet.
Recente inzichten wijzen op een tweedeling tussen grondstoffen en hulpstoffen binnen deze chemicaliënhandel. Veel pre-precursoren, de grondstoffen die uiteindelijk in de drug worden omgezet, worden geïmporteerd uit landen als China (en in sommige gevallen India). Dit zijn de essentiële bouwstenen voor een bepaalde drug en zijn altijd benodigd voor de synthese. De overige benodigde hulpstoffen (zoals sterke zuren, basen en oplosmiddelen) worden daarentegen vaak in bulk in andere EU-landen ingekocht, met name in Polen, waar de handhaving minder strikt is. Juist om de strenge Nederlandse regels, zoals de meldplicht voor verdachte transacties van bepaalde chemicaliën, te omzeilen betrekken criminelen deze hulpchemicaliën liever via omwegen buiten Nederland. In Polen zijn chemicaliën niet alleen eenvoudiger verkrijgbaar, maar ook tot wel vier keer goedkoper dan in Nederland. De grondstoffen blijven echter onvervangbaar (voor bijvoorbeeld MDMA is PMK vereist), terwijl hulpstoffen vaak door alternatieven vervangen kunnen worden als één middel schaars wordt. Dit betekent dat het aanpakken van de toevoer van grondstoffen cruciaal is: zonder die basiscomponenten kan men de drug niet produceren, zelfs al zijn er nog zoveel hulpstoffen beschikbaar.
Gereguleerde categorieën en niet-geregistreerde stoffen
Drugsprecursoren zijn in de wet- en regelgeving ingedeeld in vier categorieën van geregistreerde stoffen. Deze indeling is gebaseerd op hoe gevoelig de stof is voor misbruik. Categorie 1 omvat de meest essentiële chemicaliën voor het drugsproductieproces (bijvoorbeeld BMK en PMK, belangrijke grondstoffen voor synthetische drugs). Categorie 2 betreft andere belangrijke stoffen die nodig zijn voor het vervaardigen van drugs of andere precursoren. Categorie 3 bevat veelal algemeen verkrijgbare chemicaliën met legitieme toepassingen, die echter ook in drugslabs worden gebruikt (denk aan aceton, zoutzuur, etc.). Categorie 4 betreft bepaalde geneesmiddelen voor menselijk of diergeneeskundig gebruik die een gereguleerde stof bevatten (bijvoorbeeld medicijnen met efedrine of pseudo-efedrine).
Voor elk oplopend categorie-nummer gelden strengere of juist soepelere regels. Zo zijn de voorschriften voor categorie 1 het strengst. Naast de officieel gereguleerde stoffen bestaat er een grijze lijst van niet-geregistreerde stoffen. Dit zijn chemicaliën die (nog) niet wettelijk als precursor zijn aangewezen, maar waarvan bekend is dat ze in de praktijk door labs worden gebruikt. Ze staan bijvoorbeeld op de EU voluntary monitoring list, een vrijwillige waarschuwingslijst die regelmatig wordt geactualiseerd om trends in misbruik bij te houden. Voor deze stoffen geldt geen vergunning- of registratieplicht, maar wel het dringende verzoek aan bedrijven om ook verdachte transacties daarmee te melden. Bij opvallende transacties kan alsnog worden ingegrepen en nieuwe veelgebruikte stoffen worden mogelijk later alsnog aan de wet toegevoegd. Aangezien precursoren op de lijst met verboden middelen staan, werken criminelen nu ook met pre-precursoren. Deze vormen na het samenvoegen van meerdere pre-precursoren pas een precursor. De pre-precursoren komen ook vaak uit China.
Meldplicht bij verdachte transacties
Een hoeksteen van het toezicht is de meldplicht: bedrijven die met drugsprecursoren werken, moeten onverwijld verdachte of ongebruikelijke transacties melden. Dit houdt in dat als een groothandel, distributeur of gebruiker merkt dat er iets niet pluis is bij een bestelling, verkoop of voorval (zoals diefstal van precursoren of een klant met vreemde verzoeken), zij daarvan melding moeten maken. Zelfs voorbereidingen op een verdachte transactie of onderbuikgevoel situaties vallen hieronder. Melding gebeurt bijvoorbeeld via een speciaal formulier ‘Melding verdachte transactie chemicaliën’ dat naar het centrale meldpunt moet worden gestuurd (onder beheer van de FIOD).
Omdat niet elke ongebruikelijke bestelling meteen duidelijk illegaal is, zijn er enkele rode vlaggen ter illustratie:
- Identiteit van de klant: een geheel nieuwe klant zonder geschiedenis in een branche, een klant die weigert zich te legitimeren of opvallend vage contactgegevens heeft (bijvoorbeeld geen vast adres of telefoonnummer).
- Zakelijke praktijken: een bestelling die geleverd moet worden op een privéadres of postbus in plaats van een zakelijk adres, een zeer onregelmatig bestelpatroon, of een klant die contant wil betalen voor grote hoeveelheden chemicaliën.
- Manier van leveren: de koper vraagt om de goederen zelf af te halen met een privévoertuig, stelt voor om ongebruikelijke tussenpersonen of transportroutes te gebruiken, of verzoekt levering in afwijkende, niet-commerciële verpakkingen.
- Gebruik van de goederen: de hoeveelheid of aard van de bestelde stof past niet bij de normale activiteiten van de klant, de opgegeven toepassing klopt niet met het product, of de bestelling is bestemd voor een land/regio zonder legitieme vraag naar die stof.
Wanneer een of meerdere van deze signalen optreden, is de transactie ongebruikelijk of verdacht te noemen en hoort dit gemeld te worden. Zo’n melding kan voorkomen dat criminelen ongemerkt grote partijen chemicaliën inslaan.
Praktische verplichtingen voor marktdeelnemers en gebruikers
Bedrijven en personen die met geregistreerde precursoren omgaan moeten aan strikte regels voldoen. De exacte verplichtingen verschillen per type stof en activiteit, maar in de praktijk gaat het om de volgende kernpunten:
- Vergunningplicht (categorie 1): voor de meest kritieke stoffen geldt een vergunningsstelsel. Zowel handelaren als gebruikers moeten een activiteitenvergunning hebben om categorie 1-stoffen in bezit te hebben of te verhandelen. Zonder zo’n vergunning mogen deze stoffen dus niet worden betrokken. Ook mag men categorie 1-chemicaliën alleen leveren aan andere vergunninghouders; bovendien moet de ontvanger een zogeheten afnemersverklaring (een getekende verklaring over het voorgenomen gebruik) overleggen.
- Registratieplicht (categorie 2): voor bepaalde precursoren in categorie 2A volstaat een registratie in plaats van een volledige vergunning. Bedrijven die met die stoffen omgaan moeten zich registreren bij de Douane (CDIU) en mogen pas daarna handelen.
- Administratie en documentatie: van alle transacties met gereguleerde stoffen moet een goede administratie worden bijgehouden (in- en verkoop, gebruik, voorraad). Belangrijke documenten zoals afnemersverklaringen moeten bewaard blijven en de gehele administratie moet minimaal 3 jaar worden bewaard.
- Veilige opslag: bedrijven zijn verplicht passende maatregelen te nemen om precursoren veilig op te slaan en diefstal te voorkomen. De opslagruimten moeten goed beveiligd zijn. Mocht er toch iets zoekraken of worden gestolen, dan moet men onmiddellijk de politie en het meldpunt op de hoogte stellen.
- Etikettering: alle verpakkingen van geregistreerde stoffen moeten voorzien zijn van een duidelijk etiket met de chemische naam zoals die in de regelgeving is vermeld. Dit maakt meteen zichtbaar dat het om een gereguleerde drugsprecursor gaat en voorkomt verwarring of misbruik tijdens transport en opslag.
- Aangewezen verantwoordelijke: organisaties die met precursoren handelen, moeten intern een verantwoordelijke persoon aanwijzen die toeziet op naleving van de regels. Deze fungeert als aanspreekpunt, zorgt dat het bedrijf de wetgeving niet overtreedt en herkent en meldt verdachte transacties tijdig. De contactgegevens van deze verantwoordelijke moeten bij de Douane (CDIU) bekend zijn, zodat er een duidelijke lijn is voor communicatie.
- Jaarlijkse rapportage: vergunninghouders (met name voor categorie 1) moeten elk jaar een overzicht geven van hun precursorenactiviteiten. Zo moet vóór 15 februari een jaarverslag naar de Douane (CDIU) worden gestuurd met hoeveel men het afgelopen jaar heeft gebruikt en aan wie welke hoeveelheden zijn geleverd.
Deze verplichtingen worden gehandhaafd door de Douane en de toezichthoudende instanties.
Samenwerking tussen politie, Douane en Belastingdienst
Effectief toezicht op precursoren vergt nauwe samenwerking tussen verschillende overheidsdiensten. De Belastingdienst/Douane is primair verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de regelgeving voor drugsprecursoren en heeft daarvoor gespecialiseerde teams, zoals team POSS (Precursoren, Strategische goederen en Sanctiewetgeving). De Douane houdt toezicht bij invoer en uitvoer, controleert bedrijven en verstrekt via de Centrale Dienst voor In- en Uitvoer (CDIU) de benodigde vergunningen en registraties.
De politie speelt een complementaire rol: zodra er vermoedens zijn van crimineel misbruik (een bedrijf dat stiekem grote hoeveelheden aceton doorsluist naar een drugslab, of een loods waar precursoren zonder papieren worden opgeslagen) treedt de politie op met strafrechtelijk onderzoek. Vaak gebeurt dit in samenwerking met de FIOD.
Door regelmatige informatiedeling tussen Douane, FIOD en politie kunnen verdachte patronen tijdig worden gesignaleerd. Alle drie de partijen hebben een stukje van de puzzel in handen: de Douane ziet de legale handelsstromen, de Belastingdienst/FIOD heeft financiële inzichten en meldingen van ongebruikelijke transacties, en de politie heeft zicht op de criminele netwerken en labs. Door die informatie te combineren, ontstaat een effectief sluitend controlenet dat zowel preventief als repressief werkt.
Meldprocedure
Hier volgt een overzicht van de belangrijkste contactpunten voor het melden van drugsprecursoren:
- Meldpunt Verdachte Transacties Chemicaliën (FIOD): centraal meldpunt voor het doorgeven van verdachte of ongebruikelijke transacties met precursoren. Bereikbaar via 088 154 00 00 en precursoren@belastingdienst.nl.
- Centrale Dienst In- en Uitvoer (Douane/CDIU): loket voor informatie over regelgeving, vergunningaanvragen en registraties. Contact via 088 151 21 22 of drn-cdiu.groningen@belastingdienst.nl.
- Douane Team POSS: specialistisch team dat toezicht houdt op precursoren. Voor operationele afstemming of vragen kan Team POSS worden bereikt via telefoon 088 153 44 52.
- BelastingTelefoon: voor algemene vragen over bestaande regelingen of tarieven op het terrein van de belastingen, bereikbaar op 0800 0543.
- Douane Contact Center: voor algemene vragen van ondernemers over douaneregelgeving, bereikbaar op 0800 0143.
- Intern binnen de politie kan men uiteraard ook terecht voor synthetische drugs of de informatieknooppunten die zich met drugsprecursoren bezighouden. Het belangrijkste is: zien, signaleren en melden. Door alert te zijn op de handel in ogenschijnlijk onschuldige chemicaliën en tijdig de juiste partners te informeren, dragen we samen bij aan het voorkomen van nieuwe drugslabs en het terugdringen van georganiseerde criminaliteit.
Bronnen:
- Tekstuele en inhoudelijke bijdrage van Dr. Teun Voeten, deskundige en onderzoeker drugscriminaliteit. De redactionele bijdrage van Teun Voeten is gehonoreerd vanwege zijn inhoudelijke deskundigheid en bijdrage aan de verdieping van het onderwerp.
- https://hetccv.nl/app/uploads/2023/08/Het-transport-van-chemicalien-vanuit-Polen-naar-Nederland.pdf, geraadpleegd op 12 oktober 2025
- https://kennisbank.douane.nl/handboeken/hvgem/drugsprecursoren/drugsprecursoren-wat_zijn_drugsprecursoren geraadpleegd op 12 oktober 2025
- https://download.belastingdienst.nl/douane/docs/precursoren_voor_verdovende_middelen_do9541z39fd.pdf, geraadpleegd op 12 oktober 2025
- Basisboek Ondermijning, Jeroen Bakker
- Kennisartikel is aangepast op 1 november 2025, op basis van inhoudelijke reactie van Freek Pecht op 26 oktober 2025 op LinkedIn
Meer weten over georganiseerde ondermijnende criminaliteit?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang inhoudelijke kennisberichten over ondermijning. Of bestel het Basisboek Ondermijning.
De inhoud van dit kennisartikel, evenals eventuele bijbehorende uitingen, zijn auteursrechtelijk beschermd op grond van de Auteurswet. Het auteursrecht berust bij de auteur. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is het niet toegestaan dit werk, geheel of gedeeltelijk, te verveelvoudigen of openbaar te maken, in welke vorm dan ook. Bewijs van eerste vastlegging is gedeponeerd via de Merkplaats te Amsterdam. Voor gebruiksverzoeken kun je contact opnemen via jeroen@goudtrainingen.nl.

