Sporthoreca, waar sport en criminelen samen scoren!

Sporthoreca_inzet_Kennisartikel

27 oktober 2025, 15:40

De sportkantine is al decennialang het kloppend hart van de amateurvereniging. Het is een plek van ontspanning, ontmoeting en gemeenschapszin. Juist deze laagdrempelige omgeving is aantrekkelijk voor criminele netwerken. Amateurverenigingen, diepgeworteld in de lokale samenleving en cultuur, vormen een ideale voedingsbodem waarin criminele organisatie uitstekend kunnen opereren en tegelijkertijd de effecten van hun crimineel handelen zorgvuldig beschermd kunnen houden. De essentie van georganiseerde misdaad is immers dat het gesloten en afgeschermde structuur is.

De basisstructuur van een sportvereniging bepaalt hoe vatbaar zij is voor criminele invloeden. Amateurclubs draaien doorgaans op vrijwilligers en beperkte financiële middelen, wat een voedingsbodem kan vormen voor inmenging. Clubs met een eigen kantine of actief sponsornetwerk worden aantoonbaar vaker geconfronteerd met verdachte signalen dan verenigingen zonder deze faciliteiten. Een eigen kantine betekent contante geldstromen en inkoopprocessen, wat kansen biedt voor o.a. witwaspraktijken en criminele inmenging. Ook een businessclub of veel lokale media-aandacht kan criminelen aantrekken die hun naam willen verbinden aan een succesvolle vereniging. Verengingen werken daarbij statusverhogend voor criminelen vanuit een criminele weldoenersstrategie.

Verenigingsmentaliteit onder druk
Verenigingen kampen met twee grote risico’s: geldgebrek en een tekort aan vrijwilligers. Tegelijkertijd verandert de maatschappij. Mensen zien een lidmaatschap steeds vaker als het afnemen van een dienst, terwijl de kern van een vereniging juist ‘samen doen’ is. Criminelen spelen hierop in door zowel geld als menskracht aan te bieden. Zo laten sommige criminelen medewerkers gratis klussen uitvoeren bij sportverenigingen, waarmee ze invloed krijgen binnen de club.

Criminelen worden dus steeds actiever binnen sportverenigingen. Dit botst met de sociale functie van de club. Juist de hechte gemeenschap, waarin men elkaar vertrouwt en het beste gunt, maakt dat verkeerde bedoelingen vaak onopgemerkt blijven. Wie zich inzet als sponsor, trainer of vrijwilliger wordt al snel gezien als een waardevolle kracht. Zo kunnen mensen met criminele motieven onbedoeld een positie van invloed krijgen, terwijl hun gedrag in eerste instantie vooral als behulpzaam wordt ervaren.

Om over na te denken
Gemeenten spelen een cruciale rol in de nazorg van (ex-)gedetineerden, juist omdat zij verantwoordelijk zijn voor een sluitende keten tussen zorg, veiligheid en maatschappelijke re-integratie. Binnen het re-integratieplan dat door de reclassering wordt opgesteld, krijgt deelname aan prosociale activiteiten, zoals vrijwilligerswerk of sport, steeds meer aandacht. Sportverenigingen kunnen daarbij een waardevolle omgeving zijn: ze bieden structuur, sociale contacten en een gevoel van erbij horen, wat bewezen beschermende factoren zijn tegen terugval in criminaliteit. Tegelijkertijd vraagt dit van gemeenten alertheid en toezicht. Want waar sport bijdraagt aan herstel, kan een onvoorbereide plaatsing zonder duidelijke afspraken risico’s opleveren voor zowel de deelnemer als de vereniging. Het is daarom van belang dat gemeenten samen met reclassering, sportkoepels en het Zorg- en Veiligheidshuis afspraken maken over screening, begeleiding en veiligheid binnen de club. Zo ontstaat een balans tussen kansen en controle: sport als middel tot herstel, maar met een stevig fundament van toezicht, begeleiding en gedeelde verantwoordelijkheid. De vraag die beleidsadviseurs bij gemeenten zich hierbij moeten stellen is: hebben wij als gemeente het toezicht op sport als onderdeel van re-integratie zó ingericht dat het zowel de deelnemer helpt als de veiligheid en weerbaarheid binnen de vereniging en de gemeente waarborgt?

Binnen sportverenigingen en -horeca kunnen verschillende vormen van georganiseerde criminaliteit voorkomen. De praktijk laat zien dat dergelijke vormen de afgelopen jaren daadwerkelijk hebben plaatsgevonden, waarbij vooral de sportkantine of horeca fungeren als ontmoetingsplek.

1. Criminele sponsoring
Sponsoring door criminelen is de meest voorkomende vorm van inmenging in sportverenigingen. Dit fenomeen, ook wel crimineel weldoenerschap genoemd, houdt in dat personen uit het criminele circuit gul investeren in een club, bijvoorbeeld via shirtsponsoring, een nieuw scorebord of het financieren van jeugdactiviteiten. Hun doelen zijn tweeledig: geld witwassen en hun imago verbeteren.

Vaak gaat het om een ogenschijnlijk loyale clubfan die de vereniging financieel laat opbloeien, zodat het eerste team kan promoveren of nieuwe spelers kan aantrekken. In ruil daarvoor eist de sponsor op termijn invloed. Zo is bekend dat een sponsor een noodlijdende club van faillissement redde, maar daarna een bestuursfunctie opeiste en bepaalde dat zijn “vrienden” alle onderhoudsklussen kregen. De vereniging raakt daardoor afhankelijk van de geldschieter, die achter de schermen steeds meer bepaalt.

Criminele sponsoren nemen verschillende gedaanten aan. Onderzoekers onderscheiden witteboordencriminelen (zoals ondernemers die verdacht worden van fraude of belastingontduiking) en leden van de georganiseerde misdaad (zoals drugshandelaren). Ook leden van motorclubs infiltreren soms via sponsordeals of trainersfuncties in sportclubs. Hun doel is vaak om populair te worden en respect te krijgen binnen de gemeenschap, terwijl zij tegelijk hun illegale inkomsten witwassen via schijnbaar legale sponsorgelden. Soms boeken verenigingen opvallend snel sportieve successen dankzij zo’n gulle sponsor. Later blijkt dat er crimineel verkregen geld in omloop was en spelers deels contant buiten de boekhouding werden betaald. De club verandert dan geleidelijk van een gewone sportvereniging in een ontmoetingsplek en dekmantel voor criminele activiteiten. Het verraderlijke is dat dit proces vaak jarenlang ongemerkt doorgaat. Iedereen lijkt te profiteren: de club presteert beter en de sponsor geniet aanzien. Pas later wordt duidelijk hoe diep de verwevenheid tussen onder- en bovenwereld is. Daarom is alertheid essentieel bij elke ‘te mooie’ sponsorovereenkomst. Wanneer een sponsor buitensporig gul is, anoniem wil blijven of contant betaalt, is dat een duidelijk waarschuwingssignaal. Een gezonde clubcultuur vraagt om kritische vragen: Wie is deze sponsor? Waarom investeert hij en wat verwacht hij terug?

2. Crimineel informatieknooppunt en ontmoetingsplaats
Sportverenigingen brengen veel mensen samen en vormen daardoor een ideale plek voor criminelen om informatie uit te wisselen of afspraken te maken. In plaats van af te spreken op verdachte locaties, ontmoeten zij elkaar onopvallend in de sportkantine of langs het veld, zogenaamd voor de sport. Zo verandert een club ongemerkt in een dekmantel voor criminele ontmoetingen. Onderzoek toont aan dat sportaccommodaties soms zelfs fungeren als logistieke knooppunt, waar dubieuze transacties plaatsvinden of illegale goederen worden opgeslagen, bijvoorbeeld in kleedkamers of bergingen. Een kantinebeheerder kan onbewust ruimte bieden aan een crimineel netwerk dat de club gebruikt voor vergaderingen of handel. Daarnaast biedt de clubomgeving toegang tot waardevolle lokale informatie. Criminelen leren er wie invloed heeft in de gemeenschap, wie bij de politie en of handhaving en toezicht werkt of welke ondernemers financieel kwetsbaar zijn. Die kennis wordt gebruikt voor chantage, witwasconstructies of het werven van zakenpartners.

3. Relaties en criminele rekrutering
Binnen sportverenigingen heerst een informele sfeer met veel sociale contacten. Criminelen maken hier misbruik van door vertrouwen te winnen en mensen te rekruteren, soms zonder dat die dat zelf doorhebben. In de gezellige omgeving van het clublokaal wordt makkelijk een praatje gemaakt en juist daar leggen criminelen de eerste verbindingen. Hun tactiek is geraffineerd: ze zoeken kwetsbare personen op, bijvoorbeeld mensen met geldzorgen, persoonlijke problemen of gebrek aan zelfvertrouwen. Jonge spelers zijn extra kwetsbaar. Een zogenaamd gulle sponsor biedt nieuwe schoenen aan, in ruil voor een kleine gunst zoals het afleveren van een pakketje. Dit proces heet sociaal witwassen: criminelen investeren in sociale relaties om geaccepteerd te worden, waarna ze dat vertrouwen misbruiken. Ze bieden rondjes aan in de kantine, helpen met klussen of trainen een jeugdteam, allemaal om een goede reputatie op te bouwen. Zodra ze die status hebben, kunnen ze hun invloed uitbreiden. Niemand gelooft immers dat die behulpzame man die zoveel doet voor de club verkeerde bedoelingen heeft. Sommigen gaan nog verder en nemen bewust een vertrouwenspositie in, bijvoorbeeld als bestuurslid of coach. Daarmee krijgen ze toegang tot gebouwen, ledenlijsten of financiële informatie. Soms komt de dreiging zelfs van binnenuit, wanneer een bestaande vrijwilliger of bestuurslid door schulden of druk in zee gaat met criminelen. Zo raken vriendschappen en loyaliteit vermengd met illegale belangen. Waar sport normaal gesproken verbroedert, gebruiken criminelen dat vertrouwen om loyaliteit en afhankelijkheid te creëren.

4. Witwassen en financiële inmenging in de sporthoreca
De financiële stromen binnen sportverenigingen, zoals kantine-inkomsten, sponsorbijdragen en donaties, bieden criminelen kansen om crimineel verkregen geld wit te wassen. Vooral de sportkantine en clubhoreca zijn kwetsbaar: veel contant geld, beperkte controle en een informele cultuur. Zo kan een criminele sponsor een groot bedrag schenken dat de club vervolgens ‘legaliseert’ via valse facturen of gefingeerde diensten. Het geld lijkt legaal, terwijl zowel sponsor als club profiteren. Door het sociaal witwassen, waarbij een crimineel vertrouwen binnen de club verkregen, kan witwassen op verschillende manieren plaatsvinden:

  • Schijnomzet in de kantine: crimineel verkregen geld wordt ingebracht als zogenaamd extra inkomen van toernooien of evenementen die nooit hebben plaatsgevonden.
  • Zwarte betalingen aan spelers of trainers: contante bonussen of extra’s van een sponsor lijken gulle gebaren, maar dienen om geld buiten de boekhouding om te verplaatsen.
  • Financiering van sociale activiteiten: criminelen betalen teamuitjes, feesten of materialen met illegaal geld en kopen zo status binnen de vereniging.
  • Leveranciersfraude: de club doet zaken met bedrijven die door criminelen worden gecontroleerd, waarbij te hoge bedragen worden gefactureerd of goederen nooit worden geleverd.

Soms gaat het verder dan financieel voordeel alleen. Bij sociaal witwassen gebruiken criminelen hun giften om aanzien te verwerven in de gemeenschap. Een nieuw jeugdgebouw of gesponsorde kleedkamer lijkt een nobel gebaar, maar dient ook om illegaal vermogen te mengen met legale middelen. Zodra zulke constructies aan het licht komen, loopt de vereniging risico op reputatieschade of verdenking van medeplichtigheid. Waarschuwingssignalen zijn contante betalingen, onverklaarbare donaties of een ‘enveloppencultuur’ waarin bonnetjes ontbreken.

Soms worden zelfs clubbezittingen misbruikt: criminelen investeren in grond of gebouwen om zo juridisch eigendom te verkrijgen en vermogen veilig te stellen. Een gezonde sportclub houdt daarom haar administratie strak, werkt met digitale betalingen en weet altijd van wie het geld afkomstig is. Financiële waakzaamheid is de beste bescherming tegen criminele inmenging.

Om over na te denken: wie is de penningmeester? Heeft die persoon een VOG? Hoe weerbaar is hij of zij tegen druk of verleiding? En welke informatie heeft de gemeente hierover beschikbaar en kan zij een rol spelen in het vergroten van weerbaarheid in verenigingen?

5. Criminele handel via sportverenigingen
Criminelen gebruiken sportverenigingen op uiteenlopende manieren om illegale goederen te verhandelen. Denk bijvoorbeeld aan illegaal vuurwerk, illegale sigaretten, drugs en namaakartikelen. Vaak infiltreren ze de club als lid, sponsor of vrijwilliger, of ze maken gebruik van een bestaand clublid. Onderzoek laat zien dat dergelijke structuren meestal draaien om een kleine, goed georganiseerde groep binnen de vereniging. Een beperkt aantal insiders faciliteert de handel, terwijl de meeste leden van niets weten. Soms is een kantinebeheerder, pachter of bestuurslid direct betrokken, maar het kan ook gaan om een buitenstaander die via relaties binnen de club toegang krijgt. Criminelen bouwen zorgvuldig aan vertrouwen door zich sociaal, loyaal en behulpzaam op te stellen.  De criminele netwerken binnen sportclubs hebben vaak een duidelijke rolverdeling:

  • Aanbieders/verkopers: criminelen die de illegale goederen leveren en (laten) verkopen. Dit kunnen zowel clubleden zijn, bijvoorbeeld een speler die drugs aanbiedt aan teamgenoten, als buitenstaanders die de club gebruiken als afzetpunt.
  • Facilitators binnen de club: personen die criminelen toegang geven of faciliteiten bieden, zoals kantinebeheerders, terreinbeheerders of bestuursleden. Soms doen zij dit bewust voor financieel gewin, soms onder druk of chantage of onbewust omdat ze de ander vertrouwen.
  • Afnemers/publiek: sporters, supporters en bezoekers die als klantenkring of dekmantel fungeren. Bij drugs zijn dit bijvoorbeeld teamleden of supporters die op de club gebruiken of kopen; bij namaakartikelen gaat het om bezoekers die ‘koopjes’ aangeboden krijgen. Vaak beseffen zij niet dat ze deel uitmaken van een criminele constructie.

6. Dopinghandel
Doping is een groeiend aandachtspunt binnen zowel professionele als amateurverenigingen. Waar het op het eerste gezicht lijkt te gaan om sportieve prestaties, schuilt er vaak een criminele dimensie achter. De handel in prestatieverhogende middelen wordt in toenemende mate georganiseerd door illegale criminele netwerken die sportclubs, fitnesscentra en sportkantines gebruiken als distributiepunt of ontmoetingsplaats. Criminelen zien doping als een winstgevend product met een stabiele afzetmarkt. Middelen zoals anabole steroïden, stimulerende middelen of groeihormonen worden verkocht aan sporters die beter willen presteren of sneller willen herstellen. De sportvereniging biedt daarbij een ideale ingang: sporters vertrouwen elkaar, informatie verspreidt zich mond-tot-mond en de sociale controle is beperkt. Levering vindt vaak plaats via een medespeler, een ‘bevriende’ sponsor of iemand uit de sportkantine die ‘een adresje weet’. De handel verloopt doorgaans onopvallend. Producten worden besteld via illegale webshops of meegenomen uit het buitenland en vervolgens doorverkocht binnen de vereniging. Betaling gebeurt contant of via onduidelijke digitale transacties. Soms zijn ook trainers of begeleiders betrokken, die sporters aansporen tot gebruik onder het mom van herstel of prestatieverbetering. Zo ontstaat een afhankelijkheidsrelatie tussen sporter en leverancier, waarmee criminelen langdurige invloed krijgen binnen de club. Sportverenigingen zijn kwetsbaar omdat kennis over doping beperkt is en controlemechanismen vaak ontbreken. De drempel om te melden is hoog: sporters willen hun team niet schaden en bestuurders vrezen imagoschade. Dopinggebruik in de amateursport wordt bovendien nog te vaak als ‘onschuldig experimenteren’ gezien, terwijl de handel erin strafbaar is. Criminelen maken misbruik van die onwetendheid om hun netwerk uit te breiden en verdienen geld aan zowel de verkoop als de afhankelijkheid van gebruikers.

7. De sportkantine als laagdrempelig afzetpunt
Transacties aan de bar of uit de kofferbak vallen minder op dan in reguliere horeca, en een ‘vriend van een lid’ krijgt snel toegang tot klanten. Clubs met eigen kantines bieden opslagruimte en mogelijkheden om geldstromen te verdoezelen. Jongeren zijn extra kwetsbaar door groepsdruk en vertrouwen, terwijl omstanders soms niet durven ingrijpen om de sfeer niet te verstoren. Wist je dat bij een voetbalvereniging in een mannenteam een levendige handel in Viagra ontstond? Wat begon als een grap in de kleedkamer groeide uit tot een serieuze handel, waarbij spelers onderling pillen verkochten. Een treffend voorbeeld van hoe informele groepsdynamiek binnen sportclubs kan uitmonden in kleine, maar echte vormen van illegale handel en afzetpunt.

8. Illegaal gokken in sportkantines
Illegale kansspelen in sportkantines, waar bingo, kienen of pokeren ooit een onschuldige clubtraditie leken, fungeren steeds vaker als vehikel voor witwassen, belastingontduiking en sociale infiltratie. De sportkantine vervult in dit proces een dubbelrol: enerzijds een sociale ontmoetingsplek, anderzijds een schaduwruimte buiten directe regulering. De praktijk toont aan dat illegaal gokken zich manifesteert in drie samenhangende dimensies: economisch, sociaal en symbolisch. Economisch vormt de cash-intensieve gokavond een ideale omgeving voor witwastransacties. In Helmond werd een miljoenenomzet gegenereerd uit illegale bingo’s, waarbij prijzengeld werd vermengd met criminele opbrengsten. Sociaal fungeert de club als toegangspoort: informele netwerken, vertrouwen en loyaliteit zorgen dat buitenstaanders met criminele belangen gemakkelijk ingebed raken. Symbolisch biedt de clubomgeving morele dekking, het “gezellige avondje voor de club”, waardoor normvervaging optreedt en illegaal gedrag wordt genormaliseerd. De overgang van amateuristisch volksvermaak naar georganiseerde gokoperatie verloopt geleidelijk en vaak onbewust. Criminaliteit nestelt zich in legale structuren die sociaal geaccepteerd zijn. De georganiseerde gokavond in de sportkantine is daarmee niet primair een economisch fenomeen, maar een sociaal proces van ondermijning waarin informele, sociale constructies worden misbruikt als bescherming tegen formeel toezicht. De Kansspelautoriteit beschikt over beperkte capaciteit, terwijl gemeenten vaak alleen repressief optreden na meldingen. Hierdoor ontstaat een semi-illegaal circuit dat functioneert bij gratie van bestuurlijke onduidelijkheid en lage pakkans.

Weet jij het verschil tussen bingo en kienen?
Kienen en bingo lijken sterk op elkaar, maar er is een klein verschil. Bij kienen speel je met kaarten die bestaan uit drie rijen en negen kolommen, met getallen van 1 tot 90. Je wint als je één rij, twee rijen of een volle kaart hebt. Dit wordt ook wel de Europese of Britse 90-ball bingo genoemd. Het woord bingo is een verzamelnaam voor verschillende spelvormen. De bekendste andere variant is de Amerikaanse 75-ball bingo, met een vierkant speelveld van 5×5 vakjes en de letters B-I-N-G-O bovenaan. In Nederland gebruiken mensen vaak het woord kienen voor de traditionele 90-ball versie, maar juridisch vallen kienen en bingo onder dezelfde regels van de kansspelwetgeving. De populariteit van online en offline bingo’s laat bovendien zien hoe moeilijk het is voor gemeenten en de Kansspelautoriteit om toezicht te houden: wat lijkt op onschuldig vermaak, kan juridisch gezien al snel illegaal zijn.

Meer weten over georganiseerde ondermijnende criminaliteit?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang inhoudelijke kennisberichten over ondermijning. Of bestel het Basisboek Ondermijning.

www.jeroenbakker.com

De inhoud van dit kennisartikel, evenals eventuele bijbehorende uitingen, zijn auteursrechtelijk beschermd op grond van de Auteurswet. Het auteursrecht berust bij de auteur. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is het niet toegestaan dit werk, geheel of gedeeltelijk, te verveelvoudigen of openbaar te maken, in welke vorm dan ook. Bewijs van eerste vastlegging is gedeponeerd via de Merkplaats te Amsterdam. Voor gebruiksverzoeken kun je contact opnemen via jeroen@goudtrainingen.nl.