Gebruikt frituurvet, het vloeibare goud voor criminelen

Gebruikt_frituurvet_Kennisartikel

Gebruikt frituurvet lijkt waardeloos, maar is in werkelijkheid veel geld waard. In supermarkten zie je vaak gele containers waarin oud vet wordt ingezameld. Deze containers zijn soms van verschillende inzamelaars. In Nederland zijn de afgelopen jaren meerdere fraude- en diefstalzaken rond frituurvet aan het licht gekomen. Waarom is deze afvalstroom zo aantrekkelijk voor criminelen?

Gebruikt frituurvet uit keukens en horeca als grondstof voor biodiesel

Het gebruikte frituurvet wordt eerst gefilterd en schoongemaakt. Daarbij worden etensresten en water verwijderd. Daarna wordt het vet via een chemisch proces omgezet in biodiesel. Dit proces heet ‘transesterificatie’. Daarbij reageert het vet met bijvoorbeeld methanol en een hulpstof (katalysator). Zo ontstaat biodiesel, ook wel FAME genoemd (Fatty Acid Methyl Esters). Bij dit proces komt ook een restproduct vrij: ruwe glycerine.

De biodiesel kan daarna worden gemengd met gewone diesel en gebruikt worden als brandstof voor voertuigen. In Nederland moet deze biodiesel worden aangemeld in het Register Energie voor Vervoer (REV). Daar krijgt het certificaten die laten zien dat de biodiesel duurzaam is geproduceerd. Controleorganisaties zoals ISCC (International Sustainability & Carbon Certification) controleren of de biodiesel echt uit afval zoals frituurvet is gemaakt.

In theorie levert één liter gebruikt frituurvet bijna één liter biodiesel op. Dit hangt af van hoe schoon het vet is en hoe goed het wordt verwerkt. De energie-inhoud is iets lager dan gewone diesel, maar de biodiesel kan goed gebruikt worden in dieselmotoren.

Criminele kansen

Door de hoge waarde van frituurvet groeit de legale markt, maar ook de illegale handel. Criminelen zien kansen om winst te maken zonder zich aan regels te houden. Dat kan op verschillende manieren:

  • Criminelen stelen ’s nachts containers vol vet bij restaurants. Sommige partijen halen ongecontracteerd vet op, zogenaamd gratis, maar ondermijnen daarmee de legale inzameling.
  • Sommige bedrijven vervalsen documenten, mengen goedkopere oliën bij of frauderen met certificaten. Bijvoorbeeld door meer ‘groene’ liters te registreren dan er echt zijn geproduceerd. In enkele strafzaken is bewezen dat miljoenen euro’s zijn verdiend met deze fraude.
  • Bedrijven mengen gebruikt frituurvet met andere plantaardige olie, maar verkopen het als pure biodiesel. Op papier lijkt de CO2-reductie groter dan in werkelijkheid. Dit schaadt het milieu en kan ook motoren beschadigen.
  • Inzamelbedrijven kunnen afspraken maken om concurrentie te beperken. De Autoriteit Consument & Markt (ACM) legde in 2021 een kartel bloot waarbij bedrijven prijzen kunstmatig laag hielden en klanten verdeelden.

In meerdere zaken bleek dat criminelen bewust begeleidingsformulieren vervalsten, verboden mengsels maakten of afvalvetten verkeerd gebruikten. Zo werd vervuild vet toch als diervoeder verkocht of onjuist geregistreerd om het systeem te misleiden.

Controlerende instanties

De controle op deze sector is verdeeld over verschillende instanties. In sommige gevallen verloopt die samenwerking goed. Zo werkten de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) in 2020 samen in een zaak waarbij een biodieselproducent werd verdacht van certificaatfraude. Door informatie uit het Register Energie voor Vervoer te combineren met inspectieresultaten, kon snel worden opgetreden.

Maar er zijn ook voorbeelden waar samenwerking juist onvoldoende was. In een bekende fraudezaak rond een vetverwerker in de Amsterdamse haven bleek dat afvaltransporten jarenlang buiten het zicht van toezichthouders plaatsvonden. De regionale omgevingsdienst, ILT en NVWA werkten langs elkaar heen, waardoor pas laat werd ingegrepen. Pas nadat meerdere meldingen samenkwamen, startte het Openbaar Ministerie een strafrechtelijk onderzoek.

Deze voorbeelden laten zien dat goede samenwerking tussen instanties essentieel is om fraude tijdig te signaleren en aan te pakken. Dat maakt handhaving lastig. ILT en regionale omgevingsdiensten controleren onder meer vergunningen en afvaltransporten. De NVWA houdt toezicht op diervoederveiligheid, want vet met dierlijke oorsprong valt onder strenge regels. De NEa controleert op correcte registratie van biodiesel en de certificaten daarvoor.

Winstgevende vorm van criminaliteit

Gebruikt frituurvet is waardevol en heeft een groen imago, maar juist dat maakt het kwetsbaar voor misbruik. Een ingewikkeldere, maar vaak winstgevendere, vorm van criminaliteit vindt plaats verderop in de keten, bij de verwerking van frituurvet tot biodiesel en de administratie daaromheen. Hierbij gaat het om fraude met papieren, het mengen van goedkopere grondstoffen en het vervalsen van duurzaamheidsverklaringen, ook wel biotickets genoemd.

Biotickets zijn certificaten die laten zien dat een brandstofleverancier genoeg biobrandstof heeft toegevoegd aan zijn brandstof. Als een bedrijf dat zelf niet doet, mag het de verplichting afkopen door biotickets te kopen van een andere partij die juist méér duurzame brandstof heeft geproduceerd. Dit systeem werkt alleen als de biotickets echt horen bij duurzaam geproduceerde biodiesel.

Sommige bedrijven misbruiken dit systeem. Zo bleek een Nederlands biodieselbedrijf jarenlang valse biotickets te hebben verkocht. Er stonden geen echte liters biodiesel tegenover. De NEa ontdekte dat het bedrijf veel meer tickets had verkocht dan het daadwerkelijk had geproduceerd. Andere oliemaatschappijen betaalden dus voor duurzame brandstof die nooit geleverd is. In 2020 werd het bedrijf strafrechtelijk vervolgd. Volgens het Openbaar Ministerie verdiende het bedrijf €2,4 miljoen met slechts drie valse biotickets. De directeur werd veroordeeld voor valsheid in geschrifte en oplichting.

Een vergelijkbare zaak speelde bij het bedrijf Biodiesel Kampen, geleid door de zogeheten ‘Veluwse vetkoning’. Dit bedrijf zette afvalvet om in biodiesel, maar pleegde jarenlang fraude bij de registratie en verkoop. Op papier leek de biodiesel duurzaam, maar in werkelijkheid was dat niet zo. Soms werd dezelfde biodiesel zelfs twee keer geteld. In 2018 begon het Openbaar Ministerie een groot onderzoek, onder de naam Operatie Fosfor. De ILT ontdekte een netwerk van valse administratie en samenspanning. In 2021 kreeg de directeur twee jaar celstraf.

De fraude leverde het bedrijf bijna 60 miljoen euro op. Dat was mogelijk, doordat ze goedkope biobrandstof of zelfs gewone diesel  verkochten als dure, duurzame biodiesel. Door te rommelen met de herkomst en de bijmengpercentages verdienden ze dubbel: ze ontvingen subsidies en hogere prijzen voor zogenaamd groene brandstof, en hielden de kosten laag door goedkope grondstoffen te gebruiken, zoals palmolie of fossiele diesel. Zolang de controles niet goed werkten, bleef deze fraude onopgemerkt en zeer winstgevend.

Hierdoor werd het systeem van certificering ondermijnd en kon het bedrijf miljoenen euro’s winst maken ten koste van milieu en regelgeving. Fraude in deze keten is technisch, complex en verspreid over veel schakels. Betere samenwerking tussen toezichthouders, scherpere controles en strengere certificering zijn noodzakelijk om misstanden tegen te gaan en de integriteit van de circulaire economie te beschermen.

Meer weten over georganiseerde ondermijnende criminaliteit?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang inhoudelijke kennisberichten over ondermijning. Of bestel het Basisboek Ondermijning.

www.jeroenbakker.com

De inhoud van dit kennisartikel, evenals eventuele bijbehorende uitingen, zijn auteursrechtelijk beschermd op grond van de Auteurswet. Het auteursrecht berust bij de auteur. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is het niet toegestaan dit werk, geheel of gedeeltelijk, te verveelvoudigen of openbaar te maken, in welke vorm dan ook. Bewijs van eerste vastlegging is gedeponeerd via de Merkplaats te Amsterdam. Voor gebruiksverzoeken kun je contact opnemen via jeroen@goudtrainingen.nl.