Nederland wordt de laatste jaren geconfronteerd met een verontrustende toename van explosies bij woningen en bedrijven. In 2024 vonden 1.543 (pogingen tot) aanslagen met explosieven plaats, een stijging van 71% ten opzichte van 2023 . Dergelijke incidenten worden vaak gebruikt als criminele intimidatie of waarschuwing, bijvoorbeeld door zwaar illegaal vuurwerk of explosieven (zoals flitspoeder) in te zetten. De impact op slachtoffers, omwonenden en het veiligheidsgevoel in de buurt is enorm: bewoners en buren verliezen hun gevoel van veiligheid, panden raken zwaar beschadigd en de risico’s voor de openbare orde zijn groot.
Deze ernstige fenomenen vragen om een samenhangende aanpak waarbij diverse sporen gelijktijdig worden bewandeld. Gemeenten, politie, Openbaar Ministerie (OM) en andere partners moeten intensief samenwerken om herhaling te voorkomen en het veiligheidsgevoel te herstellen.
Bij (herhaaldelijke) explosie-incidenten kan de reactie worden ingericht langs drie parallelle lijnen: (1) een strafrechtelijk traject (2) een bestuurlijk traject en (3) een werkproces gericht op maatschappelijke onrust. Afhankelijk van de situatie wordt per casus beoordeeld welke lijn of combinatie het meest passend is.
Het motto daarbij is “strafrechtelijk waar het moet, bestuurlijk waar het kan”: inzet van strafrechtelijke middelen als dat noodzakelijk is, en bestuurlijke maatregelen waar deze mogelijk en zinvol zijn. Vaak zal gestart worden met het strafrechtelijke onderzoek en worden op basis van de resultaten aanvullende bestuurlijke stappen gezet. Ook communicatie en nazorg spelen vanaf het begin een belangrijke rol om maatschappelijke onrust te beheersen. Zo ontstaat een gecombineerde, effectieve reactie op explosies, met centraal de bescherming van veiligheid, rechtsorde en maatschappelijke rust.
Hieronder per spoor een overzicht van verantwoordelijkheden en acties.
Strafrechtelijk traject (opsporing & vervolging)
Verantwoordelijk: Openbaar Ministerie en politie.
Dit traject richt zich op opsporing van de dader(s), verzamelen van bewijs en strafrechtelijke vervolging. Bij een nieuw explosief incident informeert de politie (teamchef) direct de burgemeester. Indien nodig, vindt spoedig afstemming plaats in de lokale driehoek (overleg tussen burgemeester, politie en OM). De eerste prioriteit ligt bij veiligstellen van de plaats delict, slachtofferhulp en het starten van forensisch onderzoek. Per incident beoordeelt de driehoek vervolgens of bestuurlijke maatregelen nodig zijn (bijvoorbeeld pand sluiten, gebiedsverbod); de politie adviseert hierover in samenspraak met het OM en stelt zo nodig een bestuurlijke rapportage op voor de burgemeester. Op basis van die rapportage besluit de burgemeester of hij/zij maatregelen neemt. Deze nauwe samenwerking en informatiedeling in de beginfase is essentieel voor een integrale aanpak.
Communicatie (strafrechtelijk): Communicatie over het opsporingsonderzoek en strafrechtelijke ontwikkelingen loopt primair via politie en OM. Het is aan te raden dat hun persberichten en media-uitingen tijdig worden afgestemd met de gemeentelijke communicatie. Consistente boodschappen voorkomen verwarring en versterken elkaar. Bij gevoelige informatie kan de driehoek gezamenlijk besluiten wat en wanneer er gecommuniceerd wordt, zodat zowel het onderzoek als de openbare orde belang gediend worden.
Bestuurlijk traject (herstel openbare orde)
Verantwoordelijk: Burgemeester (openbare orde bevoegdheid).
Parallel aan het strafrechtelijke spoor loopt het bestuurlijke spoor, gericht op herstel en handhaving van de openbare orde. De burgemeester speelt hierin een centrale rol op grond van de Gemeentewet (artikelen 172 en 174a). Bij ieder explosie-incident laat de burgemeester zich adviseren door politie en OM, bijvoorbeeld via het reguliere politieoverleg en/of een driehoeksoverleg, over mogelijke bestuurlijke stappen. Denk aan het sluiten van een pand dat doelwit is geweest, het opleggen van een gebiedsverbod, of extra toezicht maatregelen. Sinds 1 januari 2024 is de bevoegdheid van burgemeesters om panden te sluiten verruimd onder de zogeheten Wet Victoria (artikel 174a Gemeentewet): sluiting kan nu bijvoorbeeld plaatsvinden als de openbare orde rond een woning of pand ernstig is verstoord door ernstig geweld of dreiging daarmee, wat bij een explosie duidelijk aan de orde is. De burgemeester kan zo nodig ook besluiten tot noodmaatregelen op basis van artikel 175 Gemeentewet (noodbevel of noodverordening) als de situatie dat vereist.
Aangezien op regionaal en landelijk niveau nog geen eenduidig handelingskader bestaat voor dit soort incidenten, is het raadzaam om lokaal een duidelijk werkproces uit te werken voor de bestuurlijke aanpak. Leg vast hoe de politie de bestuurlijke rapportage aanlevert, welke stappen de gemeente intern doorloopt (besluitvorming, juridische toetsing, bekendmaking aan betrokkenen) en hoe monitoring en evaluatie plaatsvinden. Idealiter adviseert de politie ook proactief over het verloop van bestuurlijke maatregelen, bijvoorbeeld wanneer de termijn van een sluiting of gebiedsverbod afloopt. Zo kan de burgemeester tijdig besluiten tot verlengen of afschalen. Duidelijke afspraken hierover verbeteren het overzicht en versterken de regie op de aanpak. Daarnaast is aandacht voor de kwaliteit van bestuurlijke rapportages cruciaal: neem relevante achtergrondinformatie op (bijv. eerdere incidenten op het adres of in de buurt), benoem expliciet de mate van maatschappelijke onrust, en onderbouw waarom een bepaalde bestuurlijke interventie geboden is. Hoe beter de onderbouwing, des te steviger staat een maatregel juridisch mocht deze door een rechter getoetst worden.
Communicatie (bestuurlijk): over bestuurlijke maatregelen communiceert doorgaans de gemeente (burgemeester) zelf. Denk aan een persbericht over het sluiten van een pand of het instellen van cameratoezicht. Ook hier geldt dat afstemming met politie/OM wenselijk is zodat de reden en noodzaak van maatregelen eenduidig worden uitgedragen. Transparante communicatie over bestuurlijke ingrepen kan bijdragen aan begrip bij omwonenden en neemt onzekerheid weg. Tegelijk moet vertrouwelijke informatie (zoals politiedossiers over personen) hierin uiteraard beschermd blijven.
Maatschappelijke onrust & nazorg (crisisbeheersing)
Verantwoordelijk: Gemeente (crisiscoördinatie en communicatie).
Een explosie in een woonwijk kan begrijpelijkerwijs maatschappelijke onrust veroorzaken: omwonenden voelen zich onveilig, media-aandacht is groot en er kunnen spanningen of angst in de gemeenschap ontstaan. De gemeente moet alert zijn op deze sociale impact en waar nodig haar crisisorganisatie opschalen om de onrust te beheersen. Veel gemeenten hebben bestaande draaiboeken of werkprocessen voor crisiscommunicatie; deze moeten nu specifiek toegepast worden op de situatie van een explosie-incident. Als de onrust groot is, kan (dreigen te) opschalen naar een GRIP-situatie overwogen worden, maar vaak blijft het informeel optreden onder regie van de gemeentelijke organisatie.
Acties in dit spoor omvatten onder andere: het duiden van het incident (feitelijke informatie verstrekken om geruchten te temperen), het aanbieden van slachtofferhulp en buurtsteun, en het organiseren van bewonersbijeenkomsten of inloopavonden. De burgemeester treedt op als burgervader/-moeder en gezicht van de overheid naar de getroffen gemeenschap. Direct persoonlijk contact met getroffenen en omwonenden, bijvoorbeeld via huisbezoeken of een buurtbijeenkomst helpt om het vertrouwen te herstellen en emoties op te vangen. Ook is heldere perscommunicatie essentieel om verdere onrust te voorkomen.
Een specifiek aandachtspunt is het signaleren van afwijkend of verdacht gedrag in de wijk rondom het incident. Hier kan gerichte publiekscommunicatie bij helpen. Overweeg campagnematige oproepen in de buurt om bewoners alert te maken op verdachte situaties en om informatie te delen met de autoriteiten. Maak daarbij gebruik van laagdrempelige kanalen zoals Meld Misdaad Anoniem (0800-7000) om tips over mogelijke explosieven, daders of voorbereidingshandelingen binnen te krijgen. Door de meldingsbereidheid van het publiek te vergroten, wordt de pakkans verhoogd en kunnen mogelijk nieuwe aanslagen worden voorkomen.
Praktische aandachtspunten en adviezen
Nog een aantal aanvullende adviezen:
Analyseer patronen en achtergronden
Bekijk niet elk explosie-incident als op zichzelf staand, maar onderzoek of er sprake is van een reeks of structuur. Zijn er overeenkomsten tussen de getroffen locaties, de gekozen werkwijze of de betrokken personen? Betrek in de analyse zowel verdachten als slachtoffers, bestaat er een relatie of patroon (bijvoorbeeld afpersing in het criminele circuit, conflicten in de zakelijke sfeer, et cetera)? Uit landelijke gegevens blijkt dat explosies uiteenlopende motieven kunnen hebben: een groot deel houdt verband met criminele conflicten (zoals drugscriminaliteit), maar in een aanzienlijk deel is er sprake van conflicten in relationele of zakelijke sfeer zonder directe link naar georganiseerde misdaad.
Formaliseer het werkproces bestuurlijke rapportage
Zorg dat er binnen politie en gemeente een duidelijk protocol is voor de bestuurlijke rapportage die de politie opstelt na een explosie. Momenteel wordt zo’n rapportage in veel gemeenten nog ad hoc aangeleverd, maar beter is om dit in een vast werkproces te gieten. Leg gezamenlijk met de politie vast wanneer en hoe de rapportage aangeleverd wordt, welke informatie deze minimaal moet bevatten en hoe de terugkoppeling verloopt.
Ontwikkel een integrale communicatiestrategie
Naast de acute communicatie rond het incident (persberichten, bewonersbrieven) is het verstandig om een proactieve communicatiestrategie te voeren gericht op preventie en het dempen van onrust. Zet communicatie in als instrument om de weerbaarheid in de wijk te vergroten en om een signaal af te geven dat overheid en partners alert zijn. Denk aan gerichte voorlichting in de getroffen buurt over hoe bewoners verdacht gedrag kunnen melden (bijvoorbeeld een flyeractie of WhatsApp-buurtpreventiegroep), of breder aan campagnes in lokale media die de anonimiteit en beloning bij melding via Meld Misdaad Anoniem benadrukken. Stem deze campagnes af met politie en OM zodat de oproepen aansluiten bij lopende onderzoeken. Communiceer ook successen: als een verdachte(n) is aangehouden of een wapen of explosief is gevonden, laat dan zien dat dit mede dankzij meldingen of alertheid van burgers was. Dit vergroot het vertrouwen en de meldingsbereidheid voor in de toekomst. Tot slot: wees zichtbaar aanwezig in de wijk na een incident.
Gebruik technologie zoals ANPR verstandig
Overweeg de inzet van ANPR-camera’s (Automatic Number Plate Recognition) of andere cameratoezichtmiddelen rondom de locatie van het incident, voor zover beschikbaar en wettelijk toegestaan. Kentekenherkenning kan helpen om voertuigen van mogelijke verdachten te detecteren, bijvoorbeeld als er een patroon is van vluchtende scooters of auto’s op bepaalde tijdstippen. Het activeren van een tijdelijk cameragebied direct na een explosie kan zowel opsporend als preventief werken. Let op: de inzet van (mobiel) cameratoezicht moet aan strikte voorwaarden voldoen. Er moet een concrete aanleiding zijn en de inzet moet noodzakelijk zijn voor de handhaving van de openbare orde.
Evalueer juridische instrumenten (zoals bestuurlijke boete)
Naast de bekende bestuurlijke maatregelen (sluiting, last onder dwangsom, gebiedsverbod etc.) zijn er in wetgeving ook nieuwe instrumenten geïntroduceerd die wellicht inzetbaar zijn bij explosie-gerelateerde overlast. Eén daarvan is de bestuurlijke boete voor overlast in de openbare ruimte (art. 154b Gemeentewet, Besluit bestuurlijke boete openbare ruimte). Hiermee kan de gemeente bepaalde overtredingen die de openbare orde verstoren, rechtstreeks beboeten zonder tussenkomst van het strafrecht.
Gericht toezicht en informatievergaring op straat
Ook nadat de eerste hectiek rond een incident is gaan liggen, blijft informatiepositie van groot belang. Overweeg daarom om (tijdelijk) extra toezicht in te zetten op de locaties die getroffen zijn of mogelijk doelwit zouden kunnen worden. De politie kan aangeven dat er op dat moment geen concrete dreiging meer is, maar gerichte surveillance kan alsnog nuttig zijn om signalen op te pikken. Onopvallende observaties of het aanspreken van buurtbewoners door wijkagenten en (wijk)boa’s kunnen informatie opleveren over verdachte personen of voertuigen in de dagen/weken voorafgaand aan het incident.
Ondersteuning van andere partners
Als de politiecapaciteit onder druk staat, kan men denken aan ondersteuning door bijvoorbeeld de Koninklijke Marechaussee of particuliere beveiligers, mits zij onder regie van de politie opereren. Documenteer de bevindingen uit dit toezicht en breng ze in bij de opsporingsonderzoeken of bij de driehoek. Het doel is niet om willekeurig te patrouilleren, maar om specifieke informatiebehoeften te vullen (bijvoorbeeld: komt een bepaald voertuig ’s nachts terug in de straat? Worden er tekenen van wraakacties gezien?). Dergelijke gerichte inzet kan bijdragen aan het tijdig herkennen van escalatie-indicatoren en vergroot de kans dat om verdere incidenten voor te zijn.
Periodiek evalueren en afschalen
Houd in het reguliere overleg (bijvoorbeeld het wekelijkse veiligheidsoverleg of de driehoek) de extra maatregelen tegen het licht. Zijn de tijdelijke maatregelen zoals verhoogd toezicht, cameratoezicht of gebiedsverboden nog nodig gezien de laatste informatie? Of kan er voorzichtig worden afgeschaald zonder de veiligheid te compromitteren? Stel bijvoorbeeld voor om na een maand de noodzaak van elke maatregel te herbeoordelen. Leg deze evaluatiemomenten vast in het werkproces. Blijf ook flexibel: als nieuwe dreiging opkomt, moet direct weer opgeschaald kunnen worden. Een periodieke evaluatie waar ook het OM en de politie bij aanschuiven zorgt dat iedereen up-to-date is en dat er consensus is over het vervolg. Zo nodig kan de burgemeester besluiten maatregelen te verlengen (binnen wettelijke termijnen) of juist in te trekken als de orde hersteld lijkt. Betrek eventueel ook ketenpartners bij de evaluatie, zoals de woningcorporatie (is de schade hersteld, voelt de huurder zich weer veilig?) of het buurtpreventieteam. Deze integrale terugkoppeling geeft een volledig beeld van de situatie op straat.
Informeer bestuur (college en raad)
Vergeet niet het college van B&W en de gemeenteraad tijdig mee te nemen in wat er speelt en hoe de aanpak eruitziet. Bij ernstige incidenten zal de burgemeester al direct de portefeuillehouders en mogelijk de raad informeren (bijvoorbeeld via een raadsinformatiebrief of memo). Zorg dat deze informatie niet alleen het incident beschrijft, maar ook het lokale handelingskader uitlegt: welke stappen worden gevolgd (strafrechtelijk, bestuurlijk, communicatie) en welke maatregelen zijn of worden genomen. Dit draagt bij aan draagvlak en begrip bij de lokale politiek.
Centraliseer de informatiehuishouding
Bij een explosie-incident komen vaak veel informatiebronnen samen: politierapporten, camerabeelden, meldingen van burgers, risicoanalyse, media- en social media-berichten, etc. Het risico bestaat dat informatie versnipperd raakt over verschillende afdelingen en personen. Richt daarom een centrale “informatiehub” of dossier in voor het incident. Dit kan bijvoorbeeld een gedeelde digitale map of in het zaaksysteem zijn, waarin alle relevante stukken en updates worden verzameld. Wijs iemand aan (bijv. de strategisch OOV-adviseur of een informatiecoördinator) die verantwoordelijk is voor het bijhouden van het totaalbeeld. Deze persoon zorgt dat nieuwe ontwikkelingen meteen worden toegevoegd en verspreid naar de juiste mensen. Een gestructureerde informatiehuishouding is nodig voor goede sturing en besluitvorming. Daarnaast maakt het latere evaluaties en verantwoording eenvoudiger, omdat duidelijk terug te vinden is wat er wanneer is gedaan en gecommuniceerd. Borg deze werkwijze in het werkproces.
Bronnen:
De informatie in dit kennisbericht is afkomstig uit diverse bronnen, die zijn geraadpleegd op 27 juli 2025:
https://vng.nl/artikelen/qa-offensief-tegen-explosies
https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?did=2025D17385&id=2025Z07661
https://magazines.openbaarministerie.nl/opportuun/2023/04/elke-explosie-is-ook-een-kans
Naast de inhoudelijke kennisbronnen zijn in dit kennisbericht ook praktijkervaringen verwerkt en vertaald naar toepasbare inzichten, vanuit input van diverse beleidsadviseurs openbare orde en veiligheid.
De inhoud van dit kennisartikel, evenals eventuele bijbehorende uitingen, zijn auteursrechtelijk beschermd op grond van de Auteurswet. Het auteursrecht berust bij de auteur. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is het niet toegestaan dit werk, geheel of gedeeltelijk, te verveelvoudigen of openbaar te maken, in welke vorm dan ook. Bewijs van eerste vastlegging is gedeponeerd via de Merkplaats te Amsterdam. Voor gebruiksverzoeken kun je contact opnemen via jeroen@goudtrainingen.nl.