In Nederland verloopt crimineel geweld vaak in stappen, van lichte dreiging tot zware sancties, zoals een liquidatie op straat. Criminelen beginnen een conflict meestal met dreigende woorden of subtiele waarschuwingen. Ze willen openlijk geweld zo lang mogelijk uitstellen. Als het conflict niet stopt, gebruiken ze steeds zwaardere middelen. Dit begint met intimidatie en het vernielen van spullen als waarschuwing. Daarna kan mishandeling volgen. Als ook dat niet helpt, kiezen ze soms voor ernstige daden, zoals ontvoering of zelfs liquidatie om het conflict definitief te beëindigen.
De escalatieladder laat in één oogopslag zien hoever criminelen zijn in hun gebruik van geweld. Deze ladder kan helpen bij het inschatten van scenario’s, het analyseren van risico’s en het beter begrijpen van criminele situaties. Je kunt de ladder gebruiken bij het beoordelen van incidenten of bij het maken van een crimescriptinganalyse.
De komende jaren zal de criminele escalatieladder zich vermoedelijk verder ontwikkelen onder invloed van technologische innovaties, zoals het publiceren van privégegevens, doxing, deepfake video’s of dreigementen via versleutelde berichtenplatforms. Deze vormen van cyberintimidatie verlagen de drempel om psychologische druk uit te oefenen, zonder fysiek aanwezig te zijn.
Trede 1: eerste waarschuwing en communicatie
In de beginfase van een conflict zoeken criminelen vaak contact om hun ongenoegen kenbaar te maken of eisen te stellen. Dit kan via een ´vriendelijk gesprek´ gebeuren of juist via een dreigende boodschap. Het doel is druk uit te oefenen zonder meteen geweld te gebruiken, vergelijkbaar met hoe legale partijen eerst zouden proberen te onderhandelen. Uit onderzoek van het WODC blijkt dat conflicten in het criminele milieu vaak voorkomen en dat dreiging met geweld een veelgebruikt middel is om zulke geschillen te beslechten. Tegelijkertijd wordt daadwerkelijk fysiek geweld in deze fase nog gezien als ultimum remedium: het is niet altijd de norm en zeker niet de enige manier om een conflict op te lossen. Criminelen kunnen bijvoorbeeld een ultimatum stellen om schulden te voldoen of gestolen waar terug te geven, in de hoop escalatie te vermijden.
In de praktijk: in juni 2020 werd bij de hoofdingang van de gevangenis Heerhugowaard een dreigbrief met een kogel (een kogelbrief) gevonden, hoogstwaarschijnlijk per drone bezorgd door criminelen. Zo’n kogelbrief is een beruchte waarschuwing: de afzender laat weten dat het slachtoffer ´op de lijst staat en dat er dodelijk geweld volgt als de waarschuwing in de wind wordt geslagen. Dit illustreert hoe criminelen eerst expliciete dreigementen en waarschuwingen inzetten om hun zin af te dwingen, voordat zij daadwerkelijk geweld gebruiken.
Trede 2: intimidatie en bedreiging
Als een eerste waarschuwing geen effect heeft, volgt vaak een fase van intensievere intimidatie. Hierbij wordt openlijk gedreigd met geweld tegen de persoon zelf of diens omgeving. Zulke bedreigingen, mondeling, schriftelijk of via onderwereldnetwerken dienen om angst aan te jagen en de tegenpartij onder druk te zetten. In deze fase maken criminelen duidelijk wat de consequenties zullen zijn van ongehoorzaamheid. Dergelijke intimidatie vormt een cruciaal pressiemiddel binnen criminele afrekeningen.
In de praktijk: een veelvoorkomende intimidatietactiek is het beschieten van eigendommen of het zichtbaar tonen van wapens als waarschuwing. Politie ziet dat woning worden beschoten of dat er een handgranaat wordt achtergelaten bij een pand (zonder dat deze tot ontploffing wordt gebracht).
Trede 3: vernieling en aanslagen op eigendom
De volgende trede op de criminele escalatieladder is gerichte vernieling: criminelen plegen aanslagen op bezittingen van de tegenpartij. Dit gaat verder dan alleen dreigen. Er wordt daadwerkelijk schade aangericht, meestal zonder (direct) dodelijke slachtoffers, om de ernst van het conflict te onderstrepen. Veel gebruikte methoden in Nederland zijn het plaatsen van explosieven (zoals zware illegale vuurwerkbommen of handgranaten) bij woningen, bedrijven of auto’s van het doelwit. Dit fenomeen is de laatste jaren sterk toegenomen. In 2023 telde de politie in Amsterdam en Rotterdam al in de eerste jaarhelft ruim 80 explosies of pogingen daartoe, vaak uitgevoerd door jonge criminelen in opdracht van anderen. Aanslagen met zwaar vuurwerk of granaten worden gezien als een gewelddadige vorm van intimidatie. De materiële verwoesting is groot en de psychologische impact op het slachtoffer en de omgeving enorm. Hoewel het formeel onder vernieling valt, komt dit in de praktijk neer op een uiterst gewelddadige waarschuwing dat de volgende stap persoonlijk letsel kan betekenen.
In de praktijk: criminelen leggen steeds vaker een handgranaat bij een woning of onderneming om hun punt kracht bij te zetten. Zware vuurwerkbommen die ’s nachts bij voordeuren tot ontploffing worden gebracht, met flinke schade en paniek tot gevolg. Zulke explosies gebeuren vaak bij de woning van het doelwit zelf, maar ook geregeld bij diens familieleden of geliefden om juist extra angst en druk te creëren. De materiële aanslagen zijn dus een duidelijke escalatie: de fase van “alleen dreigen” is voorbij, de criminelen laten zien dat ze bereid zijn verwoesting te zaaien.
Trede 4: mishandeling en fysiek geweld
Wanneer eigendomsvernielingen en intimidatie niet het gewenste resultaat opleveren, gaan criminele partijen over tot rechtstreekse fysieke aanvallen op de tegenstander of diens handlangers. In deze stap wordt het slachtoffer mishandeld of verwond, maar (nog) niet omgebracht. Het gaat om harde afstraffingen of waarschuwingen door middel van geweld. Dit kan variëren van een zware mishandeling, ontvoering met lichte marteling, tot gerichte schietpartijen of steekpartijen die bedoeld zijn om te verwonden in plaats van te doden. Wetenschappelijk is vastgesteld dat criminelen geweld als een geaccepteerd en soms noodzakelijk instrument zien binnen hun wereld.
In de praktijk: in het voorjaar van 2020 vonden in Waalwijk en Tilburg meerdere schietincidenten plaats die achteraf onderdeel bleken van een onderwereldconflict. Bij een van die incidenten kreeg een jonge crimineel opdracht om een schuldenaar in diens been te schieten, expliciet met het doel hem te verwonden en bang te maken, niet om hem te doden. Verklaring van de verdachte bij de rechter: “Ik heb de opdracht gekregen om iemand in zijn been te raken. Als je iemand wil vermoorden, dan richt je hoger.”
Trede 5: zwaar geweld (ontvoering en liquidatie)
De ultieme trede op de criminele escalatieladder is het toepassen van extreem geweld, waarbij de tegenpartij zwaar gewond raakt, langdurig uitgeschakeld wordt of om het leven komt. Dit omvat ontvoeringen met marteling en afpersing, gedwongen verdwijningen en geplande moorden (liquidaties). Als een conflict zover ontspoort, hebben eerdere stappen gefaald of werden ze bewust overgeslagen vanwege de ernst van het geschil. In Nederland is het aantal onderwereldmoorden schrikbarend: gemiddeld vinden jaarlijks tussen de 20 en 30 liquidaties in het criminele milieu plaats. Dergelijke liquidaties zijn doorgaans planmatig beraamde moorden op rivaliserende criminelen, uitgevoerd om wraak te nemen of een gevaar definitief uit te schakelen. Ontvoering komt ook geregeld voor als zwaar pressiemiddel, vaak om geld of informatie af te dwingen.
In de praktijk: een spraakmakend voorbeeld van escalatie tot het uiterste is de zogenaamde ‘Mocro-maffia oorlog’ in Amsterdam. Na de diefstal van 200 kilo cocaïne in 2012 begonnen rivaliserende drugsbendes een bloedige vete. Waar aanvankelijk waarschuwingen en enkele vergeldingsacties plaatsvonden, eindigde dit conflict in een golf van liquidaties. Zo wordt de moord op crimineel Najib Bouhbouh in oktober 2012 gezien als het startschot voor de reeks afrekeningen.
Gebruikte bronnen voor dit kennisbericht:
WODC 2022, tweede verkennende studie Liquidaties
WODC 2017, voorstudie Liquidaties, tweede kamer
Politie & Wetenschap 2023, Liquidaties in Nederland
Meer weten over georganiseerde ondermijnende criminaliteit?
Schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang inhoudelijke kennisberichten over ondermijning. Of bestel het Basisboek Ondermijning.
De inhoud van dit kennisartikel, evenals eventuele bijbehorende uitingen, zijn auteursrechtelijk beschermd op grond van de Auteurswet. Het auteursrecht berust bij de auteur. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming is het niet toegestaan dit werk, geheel of gedeeltelijk, te verveelvoudigen of openbaar te maken, in welke vorm dan ook. Bewijs van eerste vastlegging is gedeponeerd via de Merkplaats te Amsterdam. Voor gebruiksverzoeken kun je contact opnemen via jeroen@goudtrainingen.nl.